’s Ochtends worden we heerlijk uitgerust wakker. Na onze spullen te hebben verzameld en uitgechecked te hebben, gaan we op zoek naar een makkelijk ontbijt. Het valt vreemd genoeg niet mee even iets te eten te vinden in Messina. Uiteindelijk eindigen we weer in de Spur, waar ze blijkbaar ook aan ontbijt doen. Dat hadden we beter niet gedaan. Worstjes en bacon zijn nou niet bepaald bevorderlijk als ontbijt. Maar ja, we kunnen er weer tegen. Vandaag willen we naar Botswana, richting Maun. Maar als we willen vertrekken maakt de auto een vreemd lawaai. We besluiten, hem toch even na te laten kijken. Terwijl ze bezig zijn, doen we nog wat boodschappen voor onderweg. Met de uitlaat blijkt gelukkig niks mis, dus stappen we blij in. We hoeven niks te betalen. We kunnen weer verder.De weg is lang en saai. Het is weer behoorlijk warm, maar we rijden lekker door. Onderweg stoppen we gewoon langs de kant van de weg om een boterham te eten. Helmer heeft nog veel moeite met eten, door de blaren in zijn mond en keel. De korstjes laat hij dus maar liggen. Ijs zou beter zijn, maar ja. We rijden vandaag zo’n 7 uur en leggen meer dan 500 kilometer af. Om 15.45 zijn we bij de grens van Botswana en hier is het dat we ons verbazen. Botswana heeft een mooie en nieuwe grenspost. Zo zijn we er nog geen een tegengekomen. Ook binnen blijkt dat we hier te maken hebben met een relatief rijker land. Mooie kleurige folders liggen klaar om meegenomen te worden en als we deze even later onderweg doorkijken, zien we dat Botswana rijk is aan bodemschatten als ijzererts en steenkool. Maar vooral de diamantvelden zijn de ruggegraat van de economie. De geschiedenis is ook anders we tot nu hebben gezien. Botswana heeft een geschiedenis die zich kenmerkt door goede en vreedzame stamhoofden. Er is weinig tot geen oorlog geweest en in de tijd van de kolonisatie heeft Botswana altijd in een goede band gehad met de Engelsen.
Maar als we het land inrijden zien we helemaal niks.
Botswana bestaat voor 80% uit de half-woestijn de Kalahari en dat is te merken. De enige beweging die
je ziet zijn de honderden ezels die hier rondzwerven. Ze lijken aan niemand toe te behoren. De wegen waarop we rijden zijn leeg en voor we het weten vliegen we met 160 km/u over de snelweg. Het is toch een beetje eng, want die ezels kijken niet eerst naar links en rechts voordat ze oversteken. Maun blijkt toch een beetje te ver weg om in een keer naar toe te rijden. Het is tenslotte al donker.
We rijden verschillende dorpen door en uiteindelijk besluiten we bij de volgende te stoppen. Het stadje heet Serowe, maar voor we er zijn moeten we nog onder een brug door, die ze aan het bouwen zijn. Serowe lijkt uit een lange weg te bestaan. We volgen deze en worden ook nog opgehouden door een ongeluk op deze weg. Uiteindelijk zien we een Lodge aan de kant van de weg en we stoppen om eens te kijken. We zien nergens of er een camping aanwezig is, dus we gaan binnen even vragen. Maar als we binnen komen zien we dat we ons vergist hebben. Dit ziet er allemaal wel behoorlijk duur uit. Als we aan het loket komen blikt dat inderdaad het geval te zijn, dus vragen we of er in de buurt nog iets zit. De mevrouw achter balie weet na lang denken wel iets, maar is er niet zeker van of dat nog open is. Ze besluit even te bellen. En ja hoor, er is nog plek in Rhino Sanctuary, iets verderop de weg. We gaan weer op pad. Eigenlijk weten we niet precies waar we naar zoeken en als we een poort zien, waar iemand voor staat, denken we dat we er zijn. We rijden binnen, maar worden meteen grof tegengehouden. Het blijkt een legerbasis te zijn en wij zijn daar niet welkom. Okeee! Tot ziens. Uiteindelijk vinden we onze bestemming. Het blijkt een gigantische houten poort. Als we de auto ervoor rijden zien we dat hij dicht is. Even door de kieren gluren. Niks… donker.. We toeteren even met de auto en al gauw wordt er geroepen en gaat de grote poort open. Voor ons liggen bossen. “Jullie kunnen dit pad inrijden en ergens een plekje uitkiezen”, wordt er gezegd. Na een aantal kronkelige bospaadjes vinden we een geschikte plek onder een boom en vlak bij een kraantje. We zetten de tent op en maken wat te eten. Het is heerlijk stil.. Vlak daarna gaan we slapen.